zondag 13 december 2009

The Girlfriend Experience


Workaholic Steven Soderbergh slaat weer toe. Dit is zijn twaalfde film in 10 jaar tijd, en op deze moment is nummer 13 (The Informant) in onze zalen te zien. The Girlfriend Experience is echter nooit op Belgische boden uitgebracht, terecht?

De film gaat over de high class escorte Chelsea (Sascha Grey) die aan mannen een “girlfriend experience” biedt. Ze gaat met haar klanten naar de film, eet met ze op restaurant, heeft conversaties met hen en doet er kortom alles aan om ze de illusie te geven dat ze voor heel even hun “vriendin” is. Chelsea heeft echter nog een vaste vriend waar ze 18 maand mee samen is, maar het enige schijnbare verschil tussen haar klanten en haar vriend, is dat ze haar vriend regelmatiger en gratis ziet. Chelsea werpt een schild op tegenover haar klanten. Ze laat nooit aan hen zien wie ze echt is, en doet er alles aan om haar “persona” zo goed mogelijk uit te werken. Zo houdt ze meticuleus bij welke dag ze welke kledingstukken aan had, omdat deze mee haar “persoonlijkheid” vormen ten opzichte van haar klanten. Chelsea is zoals gezegd een klasse escorte. Ze is helemaal niet goedkoop, en de klanten nemen haar mee naar dure restaurants, slapen in 4 sterren hotels, sturen haar terug naar huis met een limosine,...Kortom, rijke buisnessmen. Het geheel speelt zich echter af in een slechte tijd voor die buisnessmen. Net voor de beurscrash en de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Een groot deel van de conversaties gaat dan natuurlijk over de economie. Zo proberen Chelsea’s klanten haar te overtuigen waarin ze zou moeten investeren, en probeert Chelsea’s vriend meer geld uit zijn job te halen. Wanneer ze na een heikele situatie, zichzelf heel even kwetsbaar opstelt komen er (natuurlijk) problemen.

Wat drijft een man om te betalen voor sex? Wel, zeker niet enkel sex, er zijn zelfs enkele mannen die er geen nood aan hebben. Maar door een vrouw te betalen met als excuus “sex”, hoeven ze niet te zeggen “Ik ben eenzaam”“Ik heb schrik” “Ik ben oud aan het worden” “Ik maak me zorgen om mijn beroep” “ Ik kan niet met mijn vrouw en kinderen praten”,.... Eén klant slaagt zelfs de spijker op de kop “I should probably see a shrink, but it looks like much more fun to see you”

Dit is bovenal een menselijke film. Elk personage wordt met respect behandeld en niemand te kijk gesteld. Ook al is de hoofdactrice (Sascha Grey) een pornoactrice, is er nooit seks te zien, zelfs een man die schijnbaar in pamper een rollenspel wilt spelen, wordt niet als een zielig, marginaal personage aangebracht. Over Sascha Grey gesproken, ze acteert vrij sterk, en helemaal niet zoals je van een pornoactrice zou verwachten (overacteren, en veel klemtoon op klinkers). De rest van de acteurs doet het ook goed, alleen blijven ze allemaal vaag, en moeten ze niet echt diep gaan voor hun rollen. Ze blijven grotendeels op de oppervlakte.


Dat is ook net wat er fout is aan deze film. Het is allemaal veel te oppervlakkig. Chelsea is oppervlakkig omdat haar beroep dat van haar eist. Maar, ten opzichte van haar vriend, en een goede vriendin is ze even oppervlakkig. Wanneer later blijkt dat ze één beetje overdreven hard geloofd in astrologie (serieus overdreven, trust me) helpt dat niet echt. Ik weet dat het cliché van “het belezen hoertje” al vaak gebruikt is, zeker in de literatuur, maar je geeft een escorte echt geen meerwaarde door een horoscoop-nut te zijn. Ook haar vriend, blijkt enkel geïnteresseerd te zijn in meer geld te verdienen als “personal gym trainer”. “Zou hij beseffen dat hij daarmee dichter bij zijn vriendin haar beroep zitten dan hij denkt?” Probeert Soderbergh ons te doen denken. Maar dat is wat te goedkoop voor me. Als voorbeelden voor deze film haaldde Soderbergh Bergman’s “Kreten En Gefluister” en Antonioni’s “Red Desert” aan. Op zich een rare combinatie (ooit schrijf ik een blog over deze twee mannen, waarin ik ze naast elkaar zal zetten. Maar, je mag nu al weten dat ik eerder in het Antonioni kamp zit) Want compleet verschillende filmmakers. Anyway, men kan ook zeggen dat personages in films van Antonioni “oppervlakkig” zijn. En dat klopt tot op een zekere hoogte. Ja, ze kunnen oppervlakkig zijn, maar je voelt en ziet een potentieël. Ze zijn oppervlakkig, maar hoeven dat niet te zijn, en zouden meer kunnen zijn. Ik kreeg op geen enkel moment het gevoel dat de personages “meer” zouden kunnen zijn. Ook aan de verhaalstructuur schort er wat. Soderbergh verteld het verhaal niet chronologisch, en het is aan de kleding dat we moeten leren uitmaken wat zich wanneer afspeelt. Deze opsplitising voegt weinig toe aan het verhaal, we blijven enkel net iets langer geïnteresseerd omdat we willen weten hoe alles in elkaar steekt. Als dat echter blijkt tegen te vallen, dan valt het hele plan wat in duigen. Als je een film nodeloos complex moet maken om een zwak scenario te verbergen, dan heb je problemen.

Soderbergh’s stijl komt deze ‘emotionele’ vaagheid niet ten goede. Qua stijl schippert hij duidelijk wel tussen beide voorbeelden. Hij zoekt constant het gezicht van zijn actrice op (Bergman) maar houdt even vaak een afstand en focust graag op de archtitectuur van de ruimte (Antonioni). Hij cut niet te veel binnen één scène, en houdt zijn shots meestal aan, maar zorgt ervoor dat de scènes in kwestie vrij kort van duur zijn. De film werd zeer goedkoop gefilmd met de digitale Red One camera. Nu, Soderbergh moet soms nog wat zoeken met de focus van deze nieuwe camera. Maar het biedt mogelijkheden (uitstekende kwaliteit voor weinig geld).


Kort samengevat: Goed gemaakte film. Soderbergh kan filmen. Alleen blijft hij emotioneel te vaag, steekt het scenario niet goed in elkaar, en is er gewoon geen pay off voor wat je als kijker investeert. Misschien moet Soderbergh eens wat gas terug nemen, en minder (maar betere) films maken, en zich wat los schudden van zijn formalisme!

zaterdag 28 november 2009

Buffalo '66


Buffalo ‘66

Vincent Gallo. Vooral gekend van zijn muziek, en het “Cannes debacle”. Wat was dat “Cannes debacle”. Wel, in 2003 zond hij “The Brown Bunny” in bij het prestigieuze filmfestival, waarna het in de competitie werd opgenomen. Tijdens de vertoning echter, verlieten honderden de zaal, begonnen mensen luid boe te roepen en was de kritiek bikkelhard. “De slechtste film in de geschiedenis van Cannes” riepen velen. Gallo nam de kritiek ter harte en herknipte zijn film. De tweede versie was als een feniks die uit zijn as was verrezen. Vele haters van de eerste versie draaiden bij, en de film werd overwegend positief onthaald. Persoonlijk heb ik “The Brown Bunny” nog niet kunnen zien, maar genoeg daarover.

Buffalo ’66 was Gallo’s filmdebuut in 1998. De semi-autobiografische speelt zich af in Gallo’s geboortestad Buffalo en vertelt het verhaal van Billy Brown (Gallo). Na vijf jaar komt hij uit de gevangenis. Voor hij, onschuldig de bak in vloog, had hij zijn ouders heel wat wijs gemaakt. Dat hij voor de overheid werkte, dat hij daarvoor vaak moest vliegen en dat hij een vrouw had. Om aan deze leugens te voldoen, kidnapt hij een vrouw, Layla (Christina Ricci) die hij forceert om zijn vrouw te spelen. Hoewel hij er alles voor doet een beetje aandacht te krijgen van zijn ouders, negeren ze hem, zoals ze heel zijn leven gedaan hebben, compleet. Beide ouders zijn licht gestoord. De vader is een tettenzot die zwijgt, flipt als er een mes naar hem punt maar magnifiek kan playbacken, en de moeder is geobsedeerd door de Buffalo Bills. Uit die obsessie komt haar onderhuidse haat ten opzichte van haar zoon. Layla doet haar best om Billy er zo goed mogelijk uit te laten komen, maar niet meer omdat ze moet, maar omdat ze medelijden begint te krijgen en een kant van Billy ziet die zijn ouders nooit gezien hebben. De rest van de avond brengen ze samen door, Layla omdat ze stilletjes aan verliefd is aan het worden op Billy, terwijl hij, wacht om wraak te nemen(op een niet voor de hand liggend persoon).

Vooreerst het acteren. Gallo, bekend geworden als model, heeft er geen probleem mee om lelijk te lijken, om authentiek te zijn. Authentiek is ook de enige manier waarop je zijn prestatie kan beschrijven, hij is Billy Brown (het is dan ook op hem gebaseerd). Ricci is ronduit betoverend als Layla. Samen werken ze perfect, op scherm welteverstaan. Naast het scherm was het regelmatig boel tussen beiden, maar op het scherm is er een onbeschrijfelijke magie tussen beiden. Geen Bogie and Bacall klasse of dergelijk, maar je ziet ze voor je ogen samen klikken.

Het verhaal is doodsimpel, edoch iets slimmer dan verwacht. Het is een boy meets girl en het is een “ex-con” verhaal. Maar, het zijn de gebeurtenissen die het geheel zijn panache geven. Eén autorit, een etentje bij de ouders, een bezoek aan de bowlingbaan,...Het zijn steeds doodnormale banale dingen, en deze geven het verhaal een flow. Aangezien alles zo echt en normaal voelt, sta je het verhaal toe je mee te slepen. Niks is nog voorspelbaar, en als het al voorspelbaar is, dan is dat gewoon omdat het een realistisch verhaal is.

De film is voor weinig geld opgenomen, en dat zie je. De film is gemaakt met hoogstens 2 camera’s, niet meer. Dit zorgt ervoor dat de shots iets langer zijn, en meestal meerdere personages bevatten. Gallo poogt er het meeste uit te halen. De tafelscène werkt mooi met alle point of views en een Ozu-light achtige editing. Voorts houdt hij het grotendeels vrij realistisch. Er zijn (buiten de tafelscène) weinig centrumshots, en zo houdt hij het kader open en interessant. Dit wisselt hij af met drie werkelijk prachtige scènes die de film aan elkaar houden. De playbackende vader, een tapdansende Ricci en een bezoek in een striptease bar.

Het is een bitterzoete, realistische, romantische, dramatische komedie geworden (van een heel droog en minimalistisch type). Die zeer zeker de moeite is om te (her)bekijken. Het is echter net geen meesterwerkje geworden. Sommige scènes zijn ongebalanceerd, en sommige personages zijn te licht uitgewerkt. Het draait echt enkel en alleen rond Billy, die zeer realistisch is (hij is echt een vol personage en heeft zijn goede en slechte kanten). Maar zijn beste vriend (een mentaal gehandicapte genaamd Goon) en vooral Layla zijn niet echt uitgewerkt. Layla volgt Billy overal en je ziet haar reageren op hem, maar je komt heel weinig over haar zelf te weten, ze zouden even goed poppen kunnen zijn die rond Billy zweven. En ik geef toe, ergens werkt het ook. Billy is te gefixeerd op zichzelf om zich iets aan te trekken van de rest, maar laat dan toch zien dat ze “mens” zijn als Billy er niet is, of in een blik, of in iets dat ze zeggen. Ik weet het detailkritiek, maar een mens moet al eens streng zijn. Ga hem toch maar zien, want genieten doe je sowieso!

donderdag 26 november 2009

Caché

Caché

De films van de Oostenrijkse Michael Haneke zijn nooit plezierreisjes. De regisseur heeft een uitstekende carrière opgebouwd (die recentelijk bekroond is geweest met een Gouden Palm) met films die steeds de zwarte kanten van de mens onderzoeken. Caché uit 2005 is hierop geen uitzondering, en is één van Haneke’s sterktste films, en won terecht de prijs voor beste regie in Cannes.

Een welgesteld koppel (Daniel Auteuil en Juliette Binoche) krijgen een video te zien waarop hun huis in de gaten wordt gehouden door een onbekende. Al wie Lost Highway heeft gezien, krijgt nu waarschijnlijk een vrij grote déja vu. Maar, Haneke slaagt zeer snel een compleet andere en realistischere weg in. Naast videobanden duiken er nu ook tekeningen op, en deze tekeningen doen Georges (Auteuil) vermoeden vanwaar de dreigementen komen. Van dan af komt het verleden bovendrijven. Het verleden van Georges zelf, maar ook een heel duister kantje van de Franse geschiedenis zelf komt bovendrijven (en wat voor één). Nu, dit wilt niet zeggen dat de film van de ene flashback naar de andere over gaat. Uiteindelijk staat de film met beide voeten in het heden, en krijgen we hoogstens 5 minuten uit het verleden te zien.

Verhaaltechnisch is dit een zeer sterk onderbouwde film. Het narratief begint ongeloofelijk strak. Elke scène houdt rechtstreeks verband met de dreigementen. We krijgen nooit een glimps te zien van de personages los van hetgeen er aan de hand is. Zelfs op Georges werk (als tv-presentator) of een gezellig etentje onder vrienden, 2 momenten waarin je vermoed dat ze even vanonder de dreiging die boven hun hoofd hangt kunnen onder komen, worden verstoord door de aanhoudende pesterijen. In de eerste helft zijn er hoogstens 2 korte scènes, die samen amper 5 minuten duren die niet rechtstreeks bijdragen tot het plot. In de tweede helft van het verhaal verschuift de focus echter. Het verhaal wordt door Haneke open getrokken, niet dat er veel veranderd. Een nieuwe, kleine crisis die men snel oplost, zorgt ervoor dat het verhaal (lijk) te ademhalen, maar de beklemmende sfeer blijft toch hangen. En dan, met een kleine, directe scène, worden we heel geweldadig terug binnen in het oorspronkelijke verhaal geduwd. Dit is een meesterlijke planning. De hele tijd krijgen we het gevoel dat er een wurgslang rond onze hals aan het kruipen is, en net wanneer we denken dat hij ons zal passeren, wurgt hij ons zonder compassie.

Ook de regie van een heel hoog niveau. Haneke, is een stillist, en hoewel er constanten zijn in zijn stijl (de lange shots vanop een statief, strenge kadrering,..) laat hij het verhaal mee de stijl bepalen. Voor Caché heeft hij gekozen voor een realistische aanpak. Hij gebruikt Hi-Def camera’s, en deze geven een heel realiteitsgebonden feel aan de film. Bovendien zorgt dit, dat je als toeschouwer niet het verschil kunt zien tussen wat Haneke filmt en ons laat zien, en wat er op de video’s staat die de famillie krijgt opgestuurd. Een verwarring waar Haneke heel wat uit weet te halen. Voorts zal hij nooit zijn beelden “forceren”, maar op een heel natuurlijke wijze stillistisch te zijn.


Zoals op bovenstaande prent. Dit lijkt een vrij arbitrair shot. Maar als we goed kijken zien we dat Haneke gekozen heeft om, Antonioni-gewijs het beeld op te delen door gebruik te maken van het decor, en ons personage daarin te isoleren. Hoewel er andere mensen bij staan, zit Georges alleen in zijn kader. Bovendien weet hij het beeld zo goed als doormidden te delen, een motief dat hij vaker brengt in de film.


Hier zien we dat de schaduw het beeld in twee verdeeld.


Zelfs in een gewone conversatie, delen de deur en de behanpapier het beeld mooi op in 2 delen.

Bovendien simuleert de gerichtheid van Haneke’s regie, de gerichtheid van het verhaal. We krijgen constant de acteurs te zien. De enkele keren dat we enkel een object te zien krijgen, is dat altijd één van de dreigementen (de tekeningen of de tapes). Iets waar Haneke ook mee speelt. Het lange openingsshot van het huis, blijkt een videotape te zijn. Zodat wij als kijker beginnen als voyeur. Wanneer de beelden op één van de tapes de regie van Haneke simuleren worden we weer op het verkeerde been gezet. De cameravoering zelf is typisch Haneke. Shots vanop een afstand (en zeker geen close-up, buiten de 5-tal inserts naar de objecten van dreiging), en een camera die, vanop een statief de acteurs volgt. Hij zal enkel in een scène cutten als het strikt noodzakelijk is (lees; de acteurs verdwijnen uit beeld of cuts in een lange conversatie).

Strak verhaal, strakke regie, en een traag tempo. Deze film is een slow burner. Hij gaat traag vooruit, maar je voelt hem constant. Het feit dat de ontknoping gededramatiseerd is, er geen echte grootse climax is, het een traag tempo heeft en u niet echt een goed gevoel geeft zal mensen afschrikken, en hem slecht doen vinden. Ik ga hier niet mee akkoord, dit is een ongeloofelijk sterke film. Het gededramatiseerd einde is de enige manier waarop dit verhaal zou kunnen werken voor mij, bovendien gaat Haneke niet voor de directe rush. Dit is een film die je voelt, zowel tijdens het bekijken, als daarna, lang daarna. Caché krijpt onder je huid, en blijft daar. Dat is, vermoed ik, wat Haneke wou bereiken, en een groot compliment voor elke filmmaker!

vrijdag 20 november 2009

Cicade

De korrels zand die tussen mij en het licht lagen
hebben al hun namen al gekregen.
Sinds mijn vertrek van hier net onder, heten ze allemaal terug
'grond'
Op zoek naar het geluid dat mijn leven zal omarmen.
Ik weet
deze dagen zijn altijd al geteld geweest op de vervuilde vingers van zij
die mij onder de grond hebben gestoken
, en als dit gedreun stopt
pas ik weer in mijn eigen hand

zondag 19 juli 2009

Dagen van nooit

Normaal gezien schrijf ik geen poëzie. Maar gisteren stootte ik ergens op, en ja, het resultaat ziet u hieronder. En ik besef heel goed dat dit niet zonder gevolgen is; Max zou me misschien wel een mep in het gezicht kunnen geven met de woorden "hoe durft gij zo'n zever te schrijven"



_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _

St-st-stk-stokxc-stokpczv-topc-oocp-op een mooie
Motkxxxxxxxxxxxx-morgen-oocp-opp een mooiet morgen
Tsk-tsk-tsk tsk tsk tsk-tsk-tsk HOOP Hoop hoop
Hoop op een mooier morgen

Shalzkt-kzt-omp-omp-re/re/re-eeee-ay
Shalzkt-kzt-omp-th-re/eee Tay
Hut-hut hut CRUEL-ghe fge fge-th th th

De toetsen op je arm
.Ed otetsen po ej ram
..D eteotsen o pj eamr
...Td eoetsen jo am pre
....D eoettsen o mpr jea
.....Eoetts den pr jea om
......Oetts em en read pjm
.......Etts pm no eadee jmr
........Tts jm o adeeep nemr
.........Ts m ndeeep tjo aemr

Ik zoek het
In het het verval van mijn schaduw
t-t-t-o-t-t-t-t-o-t-t-t-a-t-t-d-d-d-t-t-t-t-t-t-t-
-t-t-a-t-o-t-d-d-d-o-d-d-d-d-o-d-d-d-d-d-a-t-t-
t-d-t-o-d-a-d
t-t-d-o-o-d-t-d-t-d-d-d-t-d-d-o-t-d-d-d-d-
d-d-d-d-d-d-d
dagen van nooit

Ooit schrijf ik een mooi gedicht

donderdag 16 juli 2009

Joe Henry

Loves You Madly

Het is veel te lang geleden dat ik hier nog iets gepost heb. Maar nu ben ik er dan toch terug. Over iets meer dan een maand komt “Blood From Stars”, de nieuwe cd van Joe Henry uit. Laat me u nu even warm maken voor de man zelf. Volgens mij bestaat er voor ieder persoon een songschrijver of twee waarmee je jezelf net iets beter verbonden voelt dan andere (dit is volgens mij ook zo met schrijvers, regisseurs,....). Voor velen is dat Bob Dylan, Leonard Cohen, Thom Yorke, Neil Young, Nick Cave,..... De twee songschrijvers waarmee ik het meest een band voel zijn Tom Waits en Joe Henry. Nu, who the fuck is Joe Henry? Wel, de man is al sinds midden jaren 80 bezig aan zijn muzikale carrière. Zijn eerste albums zijn echte folk en Alt. Country albums (Alt. Country is trouwens een van de prachtigste genres die mensen veel te vaak vergeten!). En hoewel die twee genres nog steeds een deel van zijn “sound” zijn, heeft hij hem over de jaren enorm uitgebreid. Die “sound” van hem is trouwens enorm uniek. Hij produceert zijn eigen cd’s, maar daar blijft het niet bij. Zo heeft hij al Loudon Wainwright, Solomon Burke, Ani Difranco, Aimee Mann (koop nu haar Mognolia-soundtrack), Elvis Costello en Mavis Staples in zijn studio gehad. Niet de minste namen dus. Wat Henry zo uniek maakt, is de constante evolutie van zijn muziek. Elke cd in onmiskenbaar Henry, maar telkens heerst er een compleet nieuwe sfeer. Te beginnen bij “Trampoline”. Voor deze cd werkte hij samen met Page Hamilton, van jawel Helmet! Deze cd ligt nog het dichtst bij zijn Alt.Country roots, maar is wel al een heuze uitbreiding en verdieping van het genre. Van dan af echter (zoals de Amerikanen zo mooi zeggen) “All bets are off”! Fuse experimenteert met triphop, maar massive attack of portishead it ain’t. Het is een veel zwoeler en jazzier vorm van triphop. Met de steeds beter wordende teksten van Henry trouwens. “If I know my Angels, I know what they’d say/ Be still my little butcher boy, you’ll give us all away/ Be still you wretched little freak, and give us room to move” gaat het Angels, en in “Fuse” krijgen we dingen te horen als “Here comes the night, there go your knees, reaching for the floor/ You say I’ll stand guard down here, while she stands in the door”. Maar zoals het Henry beaamt werd zijn vorige cd nog beter. “Scar”. Deze cd bevat minder electronica dan zijn voorganger en is rustiger, dieper en melacholischer. De meesten onder jullie hebben trouwens een lied van deze cd gehoord, zonder het te beseffen. Ziet u, Henry is getrouwd met de zus van......Madonna. Madonna heeft Henry’s lied “Stop” gecoverd met als naam “Don’t Tell Me”. Nu, Henry’s versie heeft in tegenstelling tot Madonna’s versie een heuse tango-vibe. Het piece de resistance van die cd (en één van Henry’s beste liedjes) is echter “Richard Pryor Adresses A Tearful Nation”. Nu, een lied met zo’n naam kan alleen maar de moeite zijn. Een piano in mineur op (zoals Ray Charles het zo goed kon zeggen) “Death Tempo”. Formeel gezien is het pure blues, 3 verzen en een bridge met als boodschap “Hetgeen ik het meest begeerde was jij. Maar ik liet u voorbijgaan. Ik was een idioot, maar jij hebt ook fouten gemaakt. En nu, nu ben ik ook voorbij aan het gaan.” Maar het is veel meer dan blues. Dankzij een prachtige contributie van Ornette Coleman (Jazzlegende if there ever was one, ik zet hem mooi tussen Davis, Coltrane en Parker). Het is een lied, waar ik niet meer zonder kan. Een kort stukje tekst “Love me like you’re lying. Let me feel you near. Remember me for trying. And excuse me while I disappear”. Maar dan, dan maakte Henry de cd “Tiny Voices” en maakte hij een nog betere cd. Jazzy, donker, zwoel, bedwelmend, opzwepend en toch gedempt, gesatureerd en overvol van ongeloofelijk rijke details. De soundtrack voor een moderne film noir (ik zie Bogart zo een soft foot shuffle doen op de meeste nummers) en toch enkele prachtige rustpunten zoals Leaning en Flag. Flag is trouwens een kritiek op het patriotisme en weet tegelijk iets zinnig te zeggen over l’amour. Lees de prachtige tekst maar eens door.

Take that noise out in the street,This rubble out from under my feet.No rest for the weary in here,And make a fuss, you're a volunteer.These days, they lord above meGrowing mean as they grow shorter,Like a flag on a closing border now?Closing right behind youIn a crowd come off the hill,Full of bloodlust and good will,We carried pride above our headsLike a flag we could cheer to wake the dead.And when we could go no further,And were drowning on a desert,We raised our flag to follow the breath of God?But it was blowing every which wayI loved you long before I knewLove is something one decides to do.My vanity and fear conspired beliefThat love's just a mirror for a thief.So when you held me tight against youAnd I mistook your heart for thunder,And like a flag, hid behind and under you?Who could blame me?When you held me tight against youI mistook your heart for thunder,Like a flag, I hid behind itLike a flag, I'm hiding under youNow I hang my clothes out to dryLike waves of surrender, they fly.The whore of this world looks old and playedStill she peeks from the alley like a waiting bride'smaid.Laugh or bleed, as you need toWho of us doesn't know already?Every flag flies like confetti now?

Met “Flesh and Blood” heeft hij trouwens ook een bloedmooie, hypersensuele , soulvolle slowmotion slow die steeds bijna over zichzelf struikelt maar net op tijd terug zijn evenwicht vind op Tiny Voices staan. De cd is trouwens ooit beschreven als; “the sound of Faulkner and Hemingway contemplating the Cuban Revolution with William Gaddis, the sound of Buddy DeFranco and Jimmy Giuffre trying to talk to Miles Davis about electric guitars in an abandoned yet fully furnished Tiki bar in Raymond Chandler's Los Angeles." Voorwaar geen slechte beschrijving.

Zijn meest recente cd heet Civillians. Deze cd is voor mij even goed als Tiny Voices, niet per se beter, maar even sterk, maar weer compleet anders. Waar Tiny Voices een Lynchiaanse sfeer bevat, niet in comlete weirdness, maar eerder qua look en feel. Heel rijke kleuren met veel ongeloofelijk diep rood en sigarettenrook die heel traag rondzweeft, heeft Civillians eerder de feel van een oude zwart-wit foto van een eenzame, wijze man. Hoewel het nog steeds een mengelmoes van genres is, worden ze nu gestroomlijnder, organsicher en ingetogener gebruikt. De cd is een collectie van verhalen, waarin we als een soort god even inzicht krijgen in het leven van enkele toevallige personages die liefde vinden en verliezen op allerlei manieren. “Our Song” gaat eigenlijk een dialoog aan met “Flag” uit Tiny Voices, ook hier is er een analyse van patriotisme en laat Henry zich zien als een Amerikaan, maar een die zijn land kent en aanvoelt “This was my country, this was my song, somewhere in the middle there, though it started badly and now it’s ending wrong. This was my country, this frightful and this angry land, but it’s my right if the worst of it might somehow make me a better man”. En dat allemaal rond het verhaal van een man die een baseball-held tegenkomt in een brico en weemoed krijgt naar een vorm van heroïsme en eergevoel dat door mensen als Bush vernietigd werd. Ik als mede-amerikaan zou er geen enkel problem mee hebben zulks een lied tot volkslied te maken! Andere uitschieters zijn “Parker’s Mood” waarin we een man te zien krijgen die een keer teveel werd verslagen door het leven, maar het niet opgeeft. “The things we put together, the world will tear apart, well, I’ve beat them to the start. Along the way, oh my love is here to stay” en de afsluiter; God Only Knows. Geen cover van the Beach Boys maar geen nood, het lied is zeker even goed als die klassieker. Een piano, wat brushes, een stem en “I try to be your light and love, and I’ll prey that is enough now, God only knows that we mean well, God only knows we just don’t know how”. Henry is een verhalenverteller van de oude stempel die doet verlangen naar muzikanten en figuren uit een ver en soms al vergeten verleden, maar doet dit steeds op een nieuwe, eigenwijze, verfrissende, en zelfs louterende manier. Voor mij is hij een held, een voorbeeld en iemand die ik zal blijven volgen. Ik heb al zoveel prachtige momenten en gedachten gehad luisterend naar zijn composities, dat het enige dat ik nog kan doen is hem bedanken (in een oprechte manier, zonder enige vorm van ironie) en proberen andere mensen te overtuigen zich eens over te geven aan zijn pracht, een hoorn des overvloeds.

Had ik trouwens als gezegd dat hij en Waits dikke vrienden zijn?

maandag 8 juni 2009

Mother And Son (real version)
















Ok, excuses voor de fail van hieronder (Machines hebben mij niet graag. Waarschijnlijk als wraak voor het feit dat ik de Terminator-franchise goed vind. Hoewel ik de 4de nog niet gezien heb).

Onlangs gezien en compleet van weggeblazen; Sokurov's "Mother And Son". Ongeloofelijk prachtige en simpele film. Zoon zorgt voor langzaam stervende moeder. That's it, buiten de twee personages in de titel speelt niks of niemand (buiten het landschap) een rol. En toch slaagt Sokurov erin om ons te boeien, bespelen, bedwelmen,...(andere adjectieven die met de letter "b" beginnen zijn welkom). Sokurov is dan ook een van de grote stilisten van moderne cinema en een van de gangmakers van de nieuwere long-take generatie (zie ook oa. Bela Tarr en Hou Hsiao-Hsien). Elks van deze 3 filmmakers ging afzonderlijk van elkaar met de longshot experimenteren en elks op een compleet andere wijze. Sokurov viel op omdat hij de meeste polyvalentie tentoon spreid. Niemand durft nog maar te wedden hoe zijn volgende film eruit zal zien, en het feit dat een van zijn volgende films Faust zal zijn, stemt mij met immens veel plezier.
Uniek aan deze film is waarschijnlijk de vorm. Lenzen vervormen het geheel op een prachtige en soms zelfs bevreemdende wijze, soms doemen er zelfs schaduwen van Richter op, de laatste grote (westerse) schilder. Dit typeert enigzins Sokurov. Langs de ene kant is hij immens beïnvloed door een plethora aan verschillende artiesten (een blik op zijn werk verraad een liefde voor Tarkovsky, Ozu, Yvgeni Bauer, Terrence Malick, John Ford, Lynch, Hitchcock, Mizoguchi, Jansco,....) langs de andere kant beheerst hij ook de stijlkenmerken van al deze mensen ten volle. De uitwerking ervan is hoogst interessant, zijn films voelen vaak aan als een laboratorium. Mother And Son bevat een scheut Tarkovsky, een flinke dosis Malick, een snuifje Mizoguchi en een heel klein beetje Jansco, en dit alles overgoten met John Ford (kijk naar de foto's en vertel mij dat er anderen zijn die zo deuren filmen).

Het is Sokurov's verdienste om telkens meer te worden dan de som van de delen. Ik heb echt moeten bekomen van deze film, op vele vlakken, tegelijkertijd werkte hij enorm stimulerend op mijn creativiteit. Eén klein momentje wil ik eigenlijk uitlichten. De film is opgebouwd uit langere shots, meestal vanop enige afstand en moeder en zoon zijn goed als steeds samen in hetzelfde frame te zien. Wanneer er zich een belangrijke discussie voordoet tussen de moeder en de zoon omtrent de dood, kiest Sokurov ervoor om in de conversatie in te cutten. Hoewel hij de camera tussen de personages plaatst, lijkt het of hij zich net aan de 180° regel houdt. Wanneer hij dan weer naar zijn establishing shot trekt, blijkt de geografische locatie van de acteurs helemaal niet te kloppen met de cameravoering, MAAR! het blijft allemaal wel zeer organisch aanvoelen. Kudos to Sokurov










Voor de mensen met meer interesse in Sokurov, contacteer me (ik heb delen van zijn prachtige machts-triptiek en enkele van zijn Elegiën) of men kan in de betere videotheek vaak Russian Ark vinden (een 90-minuten durende film, opgenomen in 1 take, jawel, 1 lange take zonder saai te worden)










Geniet allesinds van de foto's.










Nikolas

Mother And Son

woensdag 27 mei 2009

Flutter

Dit is dan mijn eerste echte post (introducties tellen niet, daarom zijn het ook introducties and not the thing itself). Deze sonische pracht achtervolgd me al jaren, en het blijft steeds even hypnotiserend mooi. Gemaakt in 1994 (Cobain was nog maar net dood, en 2 Unlimited was volop bezig de wereld naar de kloten te helpen), en nog steeds verfrissend, modern en uitdagend en een trip van net geen 10 minuten (9:56) steeds spannend blijft.

http://http://www.youtube.com/watch?v=v4OvHLdnRI8

Autechre (spreek het uit zoals je wil) bouwt zijn muziek op rond architecturale prinicipes en hoewel het niet echt "dansbaar" is, doen de beats dat in overvloed. Ze ontpoppen zich als gefragmenteerde bloemen, zijn constant in evolutie en nestelen zich nooit (buiten dan in je eigen hoofd). En dit allemaal zonder protools, maar gewoon old school sequencers, samplers en analoge synths. Voor wie de scoop wilt en zelf zijn eigen "Autechre" wilt maken, je komt al ver vrij ver met onderstaande lijst.
-Digital Performer
-Roland TR-606
-Roland MC-202
-Nord Lead

Het lied is gemaakt als reactie op een wet van de Britse regering die "rave's" zou verbieden. Het zou hersenloze en repetitieve muziek zijn zonder enige emotie of intellectuele waarde. Porno voor de oren als het ware. Als reactie hierop maakte Autechre de Anti-EP waarop Flutter als afsluiter diende. Hoewel de meeste mensen electronica/IDM (Intelligent Dance Music) als die van Autechre als "kil" zouden beschrijven, is dat van Flutter helemaal niet te zeggen. Bovendien is ze intelligent onderbouwd (er liggen algoritmische principes aan de grond van dit alles). And eventually it won it's case. Sindsdien is Autechre vooral bekend geworden als "een van die invloeden van Radiohead", maar is nog altijd meer dan dat en een van de grote bezielers van het prachtige Warp-Label (zie ook Aphex Twin, Boards Of Canada, Jamie Lidell,.....)

Geniet

first post

Ik heb, net zoals de meeste bloggers, geen echte reden om een blog te starten. Ik heb geen tekeningen/foto's/poëzie/laat staan een mening om te delen. Wie weet ooit wel, maar nu niet. Waarom dan? Wel ik ben, en zal steeds iemand zijn die kijkt. Ik poog steeds om mijn leven te vullen met een zo groot mogelijk aantal prikkels van diverse allure. Dit is geen gids doorheen een bepaald landschap (there is no such thing anyway). Maar eerder een kleine reis, one where I will unveil that which is worth unveiling. Dit kan gaan van muziek, theater, film, literatuur, strips, archtictuur, tot mijn dagelijkse frustraties met mezelf en anderen.

Volgers