
Vincent Gallo. Vooral gekend van zijn muziek, en het “Cannes debacle”. Wat was dat “Cannes debacle”. Wel, in 2003 zond hij “The Brown Bunny” in bij het prestigieuze filmfestival, waarna het in de competitie werd opgenomen. Tijdens de vertoning echter, verlieten honderden de zaal, begonnen mensen luid boe te roepen en was de kritiek bikkelhard. “De slechtste film in de geschiedenis van Cannes” riepen velen. Gallo nam de kritiek ter harte en herknipte zijn film. De tweede versie was als een feniks die uit zijn as was verrezen. Vele haters van de eerste versie draaiden bij, en de film werd overwegend positief onthaald. Persoonlijk heb ik “The Brown Bunny” nog niet kunnen zien, maar genoeg daarover.
Vooreerst het acteren. Gallo, bekend geworden als model, heeft er geen probleem mee om lelijk te lijken, om authentiek te zijn. Authentiek is ook de enige manier waarop je zijn prestatie kan beschrijven, hij is Billy Brown (het is dan ook op hem gebaseerd). Ricci is ronduit betoverend als Layla. Samen werken ze perfect, op scherm welteverstaan. Naast het scherm was het regelmatig boel tussen beiden, maar op het scherm is er een onbeschrijfelijke magie tussen beiden. Geen Bogie and Bacall klasse of dergelijk, maar je ziet ze voor je ogen samen klikken.

Het verhaal is doodsimpel, edoch iets slimmer dan verwacht. Het is een boy meets girl en het is een “ex-con” verhaal. Maar, het zijn de gebeurtenissen die het geheel zijn panache geven. Eén autorit, een etentje bij de ouders, een bezoek aan de bowlingbaan,...Het zijn steeds doodnormale banale dingen, en deze geven het verhaal een flow. Aangezien alles zo echt en normaal voelt, sta je het verhaal toe je mee te slepen. Niks is nog voorspelbaar, en als het al voorspelbaar is, dan is dat gewoon omdat het een realistisch verhaal is.
De film is voor weinig geld opgenomen, en dat zie je. De film is gemaakt met hoogstens 2 camera’s, niet meer. Dit zorgt ervoor dat de shots iets langer zijn, en meestal meerdere personages bevatten. Gallo poogt er het meeste uit te halen. De tafelscène werkt mooi met alle point of views en een Ozu-light achtige editing. Voorts houdt hij het grotendeels vrij realistisch. Er zijn (buiten de tafelscène) weinig centrumshots, en zo houdt hij het kader open en interessant. Dit wisselt hij af met drie werkelijk prachtige scènes die de film aan elkaar houden. De playbackende vader, een tapdansende Ricci en een bezoek in een striptease bar.

Het is een bitterzoete, realistische, romantische, dramatische komedie geworden (van een heel droog en minimalistisch type). Die zeer zeker de moeite is om te (her)bekijken. Het is echter net geen meesterwerkje geworden. Sommige scènes zijn ongebalanceerd, en sommige personages zijn te licht uitgewerkt. Het draait echt enkel en alleen rond Billy, die zeer realistisch is (hij is echt een vol personage en heeft zijn goede en slechte kanten). Maar zijn beste vriend (een mentaal gehandicapte genaamd Goon) en vooral Layla zijn niet echt uitgewerkt. Layla volgt Billy overal en je ziet haar reageren op hem, maar je komt heel weinig over haar zelf te weten, ze zouden even goed poppen kunnen zijn die rond Billy zweven. En ik geef toe, ergens werkt het ook. Billy is te gefixeerd op zichzelf om zich iets aan te trekken van de rest, maar laat dan toch zien dat ze “mens” zijn als Billy er niet is, of in een blik, of in iets dat ze zeggen. Ik weet het detailkritiek, maar een mens moet al eens streng zijn. Ga hem toch maar zien, want genieten doe je sowieso!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten