zaterdag 28 november 2009

Buffalo '66


Buffalo ‘66

Vincent Gallo. Vooral gekend van zijn muziek, en het “Cannes debacle”. Wat was dat “Cannes debacle”. Wel, in 2003 zond hij “The Brown Bunny” in bij het prestigieuze filmfestival, waarna het in de competitie werd opgenomen. Tijdens de vertoning echter, verlieten honderden de zaal, begonnen mensen luid boe te roepen en was de kritiek bikkelhard. “De slechtste film in de geschiedenis van Cannes” riepen velen. Gallo nam de kritiek ter harte en herknipte zijn film. De tweede versie was als een feniks die uit zijn as was verrezen. Vele haters van de eerste versie draaiden bij, en de film werd overwegend positief onthaald. Persoonlijk heb ik “The Brown Bunny” nog niet kunnen zien, maar genoeg daarover.

Buffalo ’66 was Gallo’s filmdebuut in 1998. De semi-autobiografische speelt zich af in Gallo’s geboortestad Buffalo en vertelt het verhaal van Billy Brown (Gallo). Na vijf jaar komt hij uit de gevangenis. Voor hij, onschuldig de bak in vloog, had hij zijn ouders heel wat wijs gemaakt. Dat hij voor de overheid werkte, dat hij daarvoor vaak moest vliegen en dat hij een vrouw had. Om aan deze leugens te voldoen, kidnapt hij een vrouw, Layla (Christina Ricci) die hij forceert om zijn vrouw te spelen. Hoewel hij er alles voor doet een beetje aandacht te krijgen van zijn ouders, negeren ze hem, zoals ze heel zijn leven gedaan hebben, compleet. Beide ouders zijn licht gestoord. De vader is een tettenzot die zwijgt, flipt als er een mes naar hem punt maar magnifiek kan playbacken, en de moeder is geobsedeerd door de Buffalo Bills. Uit die obsessie komt haar onderhuidse haat ten opzichte van haar zoon. Layla doet haar best om Billy er zo goed mogelijk uit te laten komen, maar niet meer omdat ze moet, maar omdat ze medelijden begint te krijgen en een kant van Billy ziet die zijn ouders nooit gezien hebben. De rest van de avond brengen ze samen door, Layla omdat ze stilletjes aan verliefd is aan het worden op Billy, terwijl hij, wacht om wraak te nemen(op een niet voor de hand liggend persoon).

Vooreerst het acteren. Gallo, bekend geworden als model, heeft er geen probleem mee om lelijk te lijken, om authentiek te zijn. Authentiek is ook de enige manier waarop je zijn prestatie kan beschrijven, hij is Billy Brown (het is dan ook op hem gebaseerd). Ricci is ronduit betoverend als Layla. Samen werken ze perfect, op scherm welteverstaan. Naast het scherm was het regelmatig boel tussen beiden, maar op het scherm is er een onbeschrijfelijke magie tussen beiden. Geen Bogie and Bacall klasse of dergelijk, maar je ziet ze voor je ogen samen klikken.

Het verhaal is doodsimpel, edoch iets slimmer dan verwacht. Het is een boy meets girl en het is een “ex-con” verhaal. Maar, het zijn de gebeurtenissen die het geheel zijn panache geven. Eén autorit, een etentje bij de ouders, een bezoek aan de bowlingbaan,...Het zijn steeds doodnormale banale dingen, en deze geven het verhaal een flow. Aangezien alles zo echt en normaal voelt, sta je het verhaal toe je mee te slepen. Niks is nog voorspelbaar, en als het al voorspelbaar is, dan is dat gewoon omdat het een realistisch verhaal is.

De film is voor weinig geld opgenomen, en dat zie je. De film is gemaakt met hoogstens 2 camera’s, niet meer. Dit zorgt ervoor dat de shots iets langer zijn, en meestal meerdere personages bevatten. Gallo poogt er het meeste uit te halen. De tafelscène werkt mooi met alle point of views en een Ozu-light achtige editing. Voorts houdt hij het grotendeels vrij realistisch. Er zijn (buiten de tafelscène) weinig centrumshots, en zo houdt hij het kader open en interessant. Dit wisselt hij af met drie werkelijk prachtige scènes die de film aan elkaar houden. De playbackende vader, een tapdansende Ricci en een bezoek in een striptease bar.

Het is een bitterzoete, realistische, romantische, dramatische komedie geworden (van een heel droog en minimalistisch type). Die zeer zeker de moeite is om te (her)bekijken. Het is echter net geen meesterwerkje geworden. Sommige scènes zijn ongebalanceerd, en sommige personages zijn te licht uitgewerkt. Het draait echt enkel en alleen rond Billy, die zeer realistisch is (hij is echt een vol personage en heeft zijn goede en slechte kanten). Maar zijn beste vriend (een mentaal gehandicapte genaamd Goon) en vooral Layla zijn niet echt uitgewerkt. Layla volgt Billy overal en je ziet haar reageren op hem, maar je komt heel weinig over haar zelf te weten, ze zouden even goed poppen kunnen zijn die rond Billy zweven. En ik geef toe, ergens werkt het ook. Billy is te gefixeerd op zichzelf om zich iets aan te trekken van de rest, maar laat dan toch zien dat ze “mens” zijn als Billy er niet is, of in een blik, of in iets dat ze zeggen. Ik weet het detailkritiek, maar een mens moet al eens streng zijn. Ga hem toch maar zien, want genieten doe je sowieso!

donderdag 26 november 2009

Caché

Caché

De films van de Oostenrijkse Michael Haneke zijn nooit plezierreisjes. De regisseur heeft een uitstekende carrière opgebouwd (die recentelijk bekroond is geweest met een Gouden Palm) met films die steeds de zwarte kanten van de mens onderzoeken. Caché uit 2005 is hierop geen uitzondering, en is één van Haneke’s sterktste films, en won terecht de prijs voor beste regie in Cannes.

Een welgesteld koppel (Daniel Auteuil en Juliette Binoche) krijgen een video te zien waarop hun huis in de gaten wordt gehouden door een onbekende. Al wie Lost Highway heeft gezien, krijgt nu waarschijnlijk een vrij grote déja vu. Maar, Haneke slaagt zeer snel een compleet andere en realistischere weg in. Naast videobanden duiken er nu ook tekeningen op, en deze tekeningen doen Georges (Auteuil) vermoeden vanwaar de dreigementen komen. Van dan af komt het verleden bovendrijven. Het verleden van Georges zelf, maar ook een heel duister kantje van de Franse geschiedenis zelf komt bovendrijven (en wat voor één). Nu, dit wilt niet zeggen dat de film van de ene flashback naar de andere over gaat. Uiteindelijk staat de film met beide voeten in het heden, en krijgen we hoogstens 5 minuten uit het verleden te zien.

Verhaaltechnisch is dit een zeer sterk onderbouwde film. Het narratief begint ongeloofelijk strak. Elke scène houdt rechtstreeks verband met de dreigementen. We krijgen nooit een glimps te zien van de personages los van hetgeen er aan de hand is. Zelfs op Georges werk (als tv-presentator) of een gezellig etentje onder vrienden, 2 momenten waarin je vermoed dat ze even vanonder de dreiging die boven hun hoofd hangt kunnen onder komen, worden verstoord door de aanhoudende pesterijen. In de eerste helft zijn er hoogstens 2 korte scènes, die samen amper 5 minuten duren die niet rechtstreeks bijdragen tot het plot. In de tweede helft van het verhaal verschuift de focus echter. Het verhaal wordt door Haneke open getrokken, niet dat er veel veranderd. Een nieuwe, kleine crisis die men snel oplost, zorgt ervoor dat het verhaal (lijk) te ademhalen, maar de beklemmende sfeer blijft toch hangen. En dan, met een kleine, directe scène, worden we heel geweldadig terug binnen in het oorspronkelijke verhaal geduwd. Dit is een meesterlijke planning. De hele tijd krijgen we het gevoel dat er een wurgslang rond onze hals aan het kruipen is, en net wanneer we denken dat hij ons zal passeren, wurgt hij ons zonder compassie.

Ook de regie van een heel hoog niveau. Haneke, is een stillist, en hoewel er constanten zijn in zijn stijl (de lange shots vanop een statief, strenge kadrering,..) laat hij het verhaal mee de stijl bepalen. Voor Caché heeft hij gekozen voor een realistische aanpak. Hij gebruikt Hi-Def camera’s, en deze geven een heel realiteitsgebonden feel aan de film. Bovendien zorgt dit, dat je als toeschouwer niet het verschil kunt zien tussen wat Haneke filmt en ons laat zien, en wat er op de video’s staat die de famillie krijgt opgestuurd. Een verwarring waar Haneke heel wat uit weet te halen. Voorts zal hij nooit zijn beelden “forceren”, maar op een heel natuurlijke wijze stillistisch te zijn.


Zoals op bovenstaande prent. Dit lijkt een vrij arbitrair shot. Maar als we goed kijken zien we dat Haneke gekozen heeft om, Antonioni-gewijs het beeld op te delen door gebruik te maken van het decor, en ons personage daarin te isoleren. Hoewel er andere mensen bij staan, zit Georges alleen in zijn kader. Bovendien weet hij het beeld zo goed als doormidden te delen, een motief dat hij vaker brengt in de film.


Hier zien we dat de schaduw het beeld in twee verdeeld.


Zelfs in een gewone conversatie, delen de deur en de behanpapier het beeld mooi op in 2 delen.

Bovendien simuleert de gerichtheid van Haneke’s regie, de gerichtheid van het verhaal. We krijgen constant de acteurs te zien. De enkele keren dat we enkel een object te zien krijgen, is dat altijd één van de dreigementen (de tekeningen of de tapes). Iets waar Haneke ook mee speelt. Het lange openingsshot van het huis, blijkt een videotape te zijn. Zodat wij als kijker beginnen als voyeur. Wanneer de beelden op één van de tapes de regie van Haneke simuleren worden we weer op het verkeerde been gezet. De cameravoering zelf is typisch Haneke. Shots vanop een afstand (en zeker geen close-up, buiten de 5-tal inserts naar de objecten van dreiging), en een camera die, vanop een statief de acteurs volgt. Hij zal enkel in een scène cutten als het strikt noodzakelijk is (lees; de acteurs verdwijnen uit beeld of cuts in een lange conversatie).

Strak verhaal, strakke regie, en een traag tempo. Deze film is een slow burner. Hij gaat traag vooruit, maar je voelt hem constant. Het feit dat de ontknoping gededramatiseerd is, er geen echte grootse climax is, het een traag tempo heeft en u niet echt een goed gevoel geeft zal mensen afschrikken, en hem slecht doen vinden. Ik ga hier niet mee akkoord, dit is een ongeloofelijk sterke film. Het gededramatiseerd einde is de enige manier waarop dit verhaal zou kunnen werken voor mij, bovendien gaat Haneke niet voor de directe rush. Dit is een film die je voelt, zowel tijdens het bekijken, als daarna, lang daarna. Caché krijpt onder je huid, en blijft daar. Dat is, vermoed ik, wat Haneke wou bereiken, en een groot compliment voor elke filmmaker!

vrijdag 20 november 2009

Cicade

De korrels zand die tussen mij en het licht lagen
hebben al hun namen al gekregen.
Sinds mijn vertrek van hier net onder, heten ze allemaal terug
'grond'
Op zoek naar het geluid dat mijn leven zal omarmen.
Ik weet
deze dagen zijn altijd al geteld geweest op de vervuilde vingers van zij
die mij onder de grond hebben gestoken
, en als dit gedreun stopt
pas ik weer in mijn eigen hand

Volgers